Mijmering van een medewerker bij het overlijden van Marcel Brocatus

De flamboyante boekhandelaar Marcel Brocatus overleed afgelopen week op zijn 90ste. In ‘tScheldt kon u al een biografisch portret aantreffen. Dit is een korte persoonlijke getuigenis over mijn omgang met Marcel.

Toen ik in 2003 mee aan boord kwam bij ‘tScheldt gebeurde dat rechtstreeks via hoofdredacteur Bert Murrath, die als geen ander iemand wist te ronselen. Via zijn dwingend enthousiasme kon hij pennen in beweging krijgen. Marcel Brocatus was de aimabele redactiesecretaris die zo zijn accenten wist te leggen via zijn inzicht, zijn ervaring en zijn belezenheid. Zijn constante rustige humeur zorgde voor een stabiliteit die de wereld om hem heen hielp draaien. Hij werd ‘de man met 1 miljoen boeken’ genoemd. Soms had ik het over een filosofische stroming en onderwijl zat Marcel beamend te knikken. Een week later had hij ‘iets dat me zou kunnen interesseren’. Dat bleek dan een kartonnen doos te zijn die gevuld was met enkele boeken die inderdaad handelden over het onderwerp dat we toen hadden besproken. De rest van de doos was meestal bedrukt papier dat over heel wat anders ging. Marcel maakte een prijsje en je bleef achter met de vraag wat in ‘s hemelsnaam te doen met de werken die je niet per se had besteld. Toch zat hij dichter bij wat je zocht dan meteen merkbaar was.

Over zijn periode in de liberale politiek kon hij gezapig uitweiden en op zijn kaartje prijkte steevast ‘plaatsvervangend senator’. Hij was altijd bereikbaar, aanspreekbaar en aaibaar. De grap ging dat hij er al jaren hetzelfde uitzag. Zag jij er op zijn leeftijd jonger uit of had hij er net altijd al uitgezien als een oude vent? Deze amusante omschrijving nam hij met graagte zelf over. Marcel was niet radicaal, maar stond wel op zijn strepen als Vlaming die zijn klassiekers beheerste. Trots op tradities en gesteund door het geschreven woord verdedigde hij zijn gegrondheid. Op hoge leeftijd steunde hij zelfs letterlijk op zijn boeken in zijn kleiner geworden maar des te gevulder boekenwinkeltje. Altijd in pak met het herkenbare baardje en de klinkende stem. Een fenomeen, Marcel.

Hij was tevens actief binnen de Odd Fellows, een genootschap met humanitaire doeleinden dat zich richt op ‘vertrouwen, verdieping en verbinding’ (Engels van oorsprong in de 18de eeuw en in België georganiseerd sinds 1911). Marcel was goed op de hoogte van filosofie, wetenschap en religie en hun esoterische verwevenheid. Het was in die kringen eromheen dat ik hem voor het eerst ontmoette, wellicht rond 1990. Later zagen we elkaar terug in de politieke cenakels en daarna weer in enkele journalistieke middens. Uiteindelijk troffen we elkaar bij ‘tScheldt tot zijn band met Bert Murrath door een misverstand uitrafelde. Persoonlijk maakte ik dat ook een paar keer mee. Dat hoort misschien wel zo op een satireschip dat gevaarlijke zeeën bevaart. Zoals ik hem een derde van zijn leven kende, bleef Marcel bovenal zichzelf, onverstoorbaar zonder anderen te storen, met een guitig gebrachte kwinkslag én met een wijsheid die niettegenstaande zijn massa boeken van veel dieper leek te komen.

Pico Bello

***