Als zij elkaar op Place m’as-tu-vu ontmoeten
Is ’t een kwelen, is ’t een groeten:
tiens, monsieur de Dottenijs,
oh, bonjour madame Matthijs.

Alles wel? Oh oui, oh oui,
ha-ha-ha en hi-hi-hi.
Moi aussi, ah nom d’un chien.
En de kinders? Oh, très bien.

Maar waarom trilt Fifi, mon chien?
Zijn dat niet des nord-africains?
Ja. Regarde, ces sales individus.
Cache-moi sous ton paraplu.

Wat zoeken ze hier, ces salauds?
Dat wordt encore une nuit chaude.
Zouden het leden van die bende zijn?
‘t Moet toch ‘t een of ‘t ander zijn.

Ouf, ze zijn nu gepasseerd.
Ik was danig gegêneerd.
Waren ze niet pas gearresteerd?
Leur avocat heeft hen gedisculpeerd.

Pas un mot ma chère Loulou.
Ik houd ook mijn muile toe,
Want ‘k ben lelijk geëmbêteerd:
zo vlak naast ons gepasseerd.

Niemand is nog gerust in Knokke
Fifi et moi zijn hard geschrokken.
Bien des choses, madame Matthijs.
Au revoir, de Dottenijs.

Willem Geeraerts & Jef Elsschot