Vergeet, lieve lezer, Little Britain, Fawlty Towers of Some Mothers Do ‘Ave ‘Em want de nationale staatszender heeft voorzien in een hilarisch alternatief: de Zevende Dag, het programma van Eén op zondagmorgen, waarin U getrakteerd wordt op kolder van de bovenste plank. Receptioniste van dienst is Lisbeth Imbo. Niemand die zó met de mond vol tanden kan staan als zij! Zij gaf de term “gapen” een nog diepere dimensie! Als receptioniste “ontvangt” zij dolkomische en uitzinnige meningen van zwarte comediennes en cabaretiers zonder ook maar een halve kritische vraag terug te stellen.
Voor de koddige negerinnetjes mét een clou is Imbo wat René Van Vooren was voor Piet Bambergen bij de “Mounties” en wat Leo was voor Gaston: een “aangeefster”. Zij geeft de voorzet die door het geestig “evolueeke” holderdebolder wordt binnengekopt! Afgelopen zondag was het de beurt aan comedienne Eunice Yahuma – niet het mobylettenmerk! – om haar conference voor te stellen. Politiek tracht zij aansluiting te vinden bij de CD&V, maar in haar vrije tijd strijdt ze ook vol overgave voor “Belgian Youth Against Racism” (de Engelse zusterorganisatie heet over het kanaal: “Engelse Jeugd Tegen Racisme”). Het duurde een tijdje vooraleer Eunice op gang kwam. Vestimentair was nochtans alles in orde: de blootgeschouderde komediante had, in aloude maoïstische traditie, zelfs een brilletje op haar neus gezet om een flard intelligentie te veinzen, maar de meeste van haar grappen hadden we al eens ergens anders gehoord. De hele show begon wat te vervelen …
… tot we de twee uren zendtijd naderden … Plots ontbolsterde Eunice zich tot de grootmeesteres van de aartskluchtige pointe. “Wat zou jij als eerste veranderen?”, vroeg Lisbeth zich de meesterlijke clou aangevend af. Zonder ook maar een seconde na te denken en alsof het vooraf allemaal uitgeschreven stond, repliceerde de donkere grappenmaakster: “Ik zou het onderwijs als eerste “dekoloniseren”, dat is nog te westers!” Heel Vlaanderen daverde op z’n grondvesten, alsof de Rode Duivels nog eens een doelpunt hadden gescoord. Lang duurde het niet of de spoeddiensten werden overstelpt met klachten van kortademigheid. Eerst dacht men nog aan de tweede Corona-golf ten gevolge van het plunderprotest een week eerder, maar al vlug werd duidelijk dat onbesuisde lachbuien verantwoordelijk waren voor de piek. Terwijl heel de Vlaamse deelstaat het bescheurde, moest Lisbeth en haar co-receptionist Lieven Verstraete, conform de format van het programma, de ernst bewaren. Dat lukte vreemd genoeg wonderwel! Hier was duidelijk op geoefend!
Maar nog was de kolder niet voorbij. De geschiedenislessen moesten aangepakt worden, en de wetenschappen, en ook de “bronnen” konden een stuk minder westers. We hadden nog niet genoeg Pisa-buizen verzameld! Gelukkig was het allemaal om te lachen: op zoek naar de historische feiten zou Eunice nog wel eens heel hard kunnen verschieten! Alleen de rector van de KU Leuven zag, een weinig verdoken in z’n zondagse fauteuil, de dollartekens al in zijn ogen schitteren. Na zijn compleet geflopte imamopleiding, zag hij voor het wetenschapsonderwijs plots een opening. Weg van de wereld – zijn locus naturalis – droomde hij al hardop van een opleiding “medicijnman” als alternatief voor de toch niet voor iedereen weggelegde geneeskundestudies. De literatuurwetenschappers echter brachten hem ras terug met beiden voeten op de grond: hoe citeer je immers “bronnen” uit een orale cultuur?
Nu zitten wij bij ‘tScheldt voor geen oefening verlegen en daarom dachten we: laten we eens te raden gaan bij de splinternieuwe kolonisatoren van het Afrikaanse continent: de Volksrepubliek China! Weken, wat zeg ik, maanden zijn we teruggegaan en alle programma’s hebben we nauwgezet beluisterd en bekeken. Gelukkig dat divers China maar één staatszender heeft, of we waren nog bezig. We kunnen geen Chinees meer horen! De opdracht die we onszelf opgelegd hadden was “op zoek gaan naar een negerin of neger die op televisie het Chinese onderwijs te chinees vond. We kwamen, lieve lezer, van een kletskale reis terug. Niet één geval gevonden. Er zijn maar twee conclusies mogelijk. Eén: ons chinees is niet meer wat het was. Maar dat is het toch niet. Geen neger of negerin gezien, daar op de Chinese televisie! Twee dan: de zittende kolonisator heeft altijd gelijk. In dit geval: China. Om de rellen te stoppen moeten we Afrika dus zo snel mogelijk terug kolo…
Onverwacht kreeg deze kolderieke klucht echter een wat minder snaaks vervolg. Slechts één politicus had weer niet door dat het hier een sketch van de Zwarte Komedie betrof. U raadt het al: Bart Somers alias het Mirakel van Mechelen. Hij dacht dat De Zevende dag op Eén botte ernst was en gooide zijn protserige en opportunistische zelf tot de laatste vezel in de weegschaal: zodanig zelfs dat het netelige evenwicht in de Vlaamse regering meteen verstoord was. Hij eiste praktijktesten! De doortastende N-VA bood meteen weerwerk. De praktijktesten komen er wel, maar ze krijgen een andere naam: de testen heten nu “academische monitoring”. Welke academisch “excuustorretje” mag gaan “monitorren” was bij het ter perse gaan nog niet helemaal duidelijk. “Wat een politieke vondst”, klopte Jambon zich schokschouderend op de natte borst, “We hebben ze weer allemaal netjes liggen!”
Bart Somers kreeg nog een andere naamsverandering door de spoedvergadering van de Vlaamse ministerraad. Hij heet voortaan niet meer minister van Samenleven, maar minister van Collaboratie. Zijn familie hield de collaboratie nog beperkt tot de Duitsers, de laatste telg van de Somersen echter is al wat minder kieskeurig. Voor hem speelt het allemaal geen rol met wie hij collaboreert, als het maar met de vijand is. Nu de vliegtuigen terug mogen vliegen, is de kans groot dat een officieel bezoek aan China al in voorbereiding is. Het kabinet ontkende noch bevestigde deze geruchten, maar dat kwam omdat ze met de ganse ploeg nog op zoek zijn naar een eenduidige betekenis van de termen “ontkennen” en “bevestigen”. Een vereenvoudigd “ja” of “nee” werd vooralsnog publiekelijk afgewezen. De communistische Internationale Nieuwe Scene werkt immers nog onverdroten verder aan een nieuwe versie van het toneelstuk “het Ja en het Nee van Bertolt Brecht”, dat, naar hun nieuw kernlid, zal gaan heten “het Ja en het Nee van Bart Somers”. De moeilijkheid bij het herschrijven ligt ‘m echter in dat “Ja” en dat “Nee” van Somers: dat schijnt elke dag anders te worden ingevuld, een collaborateur eigen …
***