Waar is de tijd dat je schandalen nog veel voortreffelijker kon verstoppen? Toen de hooggeplaatsten heerlijk onder de gordel konden grijpen zonder zelf gegrepen te worden? Je was onbereikbaar, want niet overal stond een telefooncel. Je hoefde dus ook helemaal niet naar de cel na wat gegraai of een toefje geschuifel. Publieke gelden, publieke vrouwen, publieksbedrog, wie zou je in godsnaam kunnen betrappen?
Het leegschudden van de burger zijn beurs of het leegschudden van de eigen broek, wat was dat een plezante tijd voor politici. Nu mag niets meer, gromt de ene oude profiteur. Je kan de huidige gezagsdragers niet hard genoeg aanpakken, mort op zijn beurt een andere oude geilaard die zijn eigen tijd heeft verstopt onder de plooien van zijn gekreukte ziel.
Waar is de tijd dat de blauwe socialist Steve Stevaert -die meestal aan de zijkant van de moraal vertoefde tot hij zich van kant maakte- als Vlaams minister villa’s liet slopen omdat ze niet vergund waren? In het lieftallige Brakel is hij blijkbaar nooit geraakt. Zijn opvolgers ook niet. Anders hadden ze iets beter een bouwdossier van de heer Herman De Croo opgevolgd. Wie in de gewestplannen loert kan zomaar vaststellen dat de protsige villa van deze gemummificeerde liberale excellentie een excellent voorbeeld is van een bouwovertreding. Je kunt wel over het paard getild zijn in je eigen ego-beleving, maar je blijft als burger toch flink fout als je je woning neerpoot op landbouwgrond. Ja, dat scheelt meteen een slok op de borrel. Is een Minister van Staat tot zoiets in staat? Wij geven hoogstens door wat meer alerte mensen dan wij hebben vastgesteld en rondverteld.
Waar is de tijd dat De Croo’s generatiegenoten ook zo gul genoten van een puntzak verdoken plezier? Neem nu Loebas Tobback die in geen baancafé kon neerstrijken zonder zijn gekende streken. Daar brulde hij niet, maar fluisterde hij lieve woordjes in lieve oortjes. Wat beloofde deze knaap vol behoefte allemaal? Misschien waande hij zich wel de Regent van België, want een licentiaat Romaanse was hij inderdaad niet. Nog iemand uit het Leuvense was de heilige Markus Eyskens. Nog voor hij kladschilder werd beschikte hij al over een penseel. De geile kwast van deze christelijke kwast werd regelmatig duchtig uitgespoeld in de huizen van vertier. Een betweter in bed, dat moet wat zijn geweest. Je ziet: er zit altijd wel een Judas tussen elk dozijn Apostelen.
Waar is de tijd dat de leiders van het land en als vertegenwoordigers van de traditionele partijen zich konden laten gaan? Net zoals in bomma’s tijd, net zoals de traditie het voorschreef, net niet netjes.
Anneleen De Bruyne
***
Foto: bordeelscène, Joachim Beuckelaer (1562)
***