In 1958 kwam Ahmet Erdoğan vanuit Güneysu in de bergen van Oost-Turkije als contractarbeider naar het Nederlandse Venlo. Naar de Machinefabriek Emwee, het huidige Océ, onderdeel van Canon Inc. Ahmet was een vlijtig man die niet dronk of rookte en uitsluitend aan het wel en wee van zijn in Turkije achtergebleven gezin dacht.
Met ondersteuning van Frans van der Grinten, eigenaar van Emwee, begon hij aan een avondstudie Logistics Management bij Fontys University of Applied Sciences. In juli 1960 slaagde hij met vlag en wimpel voor deze pittige opleiding. Van der Grinten die zeer blij was met de schrandere Ahmet bood hem hierop een promotie tot heftruckchauffeur aan. Dit leverde een voor toenmalige begrippen uiterst aantrekkelijk maandsalaris van 2.000 guldens per maand op. Daarmee was de kogel door de kerk. In 1961 waagde echtgenote Tenzile met vier kinderen vanuit Güneysu de gevaarlijke tocht door de bergen naar het pittoreske industriestadje in Nederlands Limburg. Het gezin vestigde zich in een comfortabel arbeidershuis in de Venlose achterbuurt de Hazenkamp.
Als klap op de vuurpijl werd op 26 februari 1962 tot aller vreugde de kleine Recep Tayyip geboren. In Nederland. Dit gegeven werd in 1968 door pa en ma Erdoğan dan ook met duidelijke trots vermeld op het inschrijvingsformulier voor de rooms-katholieke basisschool de Regenboog.

Dankzij zijn twee oudere broers en een groot aantal neven werd Recep de onbetwiste leider van zijn klas. Hij sprak perfect Nederlands én dialect en was ook fysiek zeer sterk. De enige die hem hierin opponeerde was zijn klasgenoot Geert Wilders, een geblondeerde Indo, zoon van een Molukse kraanmachinist en een boerendochter uit Melick. Een jongen van de gestampte pot. Dankzij zijn overtuigingskracht wist hij een aantal meelopers achter zich te scharen en viel hij Recep keer op keer verbaal aan. De druppel die de emmer deed overlopen was Geerts weigering een door moeder Tenzile toebereide islamitische kindertraktatie aan te nemen. Na dit voorval wachtte Recep samen met zijn broers en neven het groepje rond Geert Wilders op na schooltijd. Hansje Z., een ooggetuige, vertelt: “Bij ons in de Hazenkamp werd wel vaker gevochten, maar dit was oorlog… Heel erg, man.” Boze tongen beweren dat Geert bij dit conflict de voor Indo’s atypische mopsneus heeft opgelopen.
Een bekend citaat van Erdoğan uit deze tijd is het volgende: “Assimilatie is een misdaad tegen de menselijkheid.” Na deze botsing werd duidelijk dat de groep rond Recep de overhand had en binnen de wijk oppermachtig was geworden. Zonder medeweten van de familie Erdoğan was een vrij transport van welke goederen dan ook uit en naar de Hazenkamp onmogelijk geworden. Of het nu om snijbloemen, biologische aardappelen of geestverruimende paddo’s ging, overal had Recep een vinger in de pap. Vader Ahmets logistieke knowhow kwam hierbij goed van pas.
Maar de Nederlandse politie zat niet stil. Omstreeks 1980 was de “Bende van de Hazenkamp” een begrip geworden in het criminele circuit. Erdoğan ageerde uitsluitend via tussenpersonen en was hierdoor voor justitie ongrijpbaar. Maar vader Ahmet had een kolossale denkfout gemaakt. Sinds zijn aankomst in 1958 had hij in eerste instantie door onwetendheid en later uit spaarzaamheid nog nooit kijk- en luistergeld betaald. De schuld die hierdoor was ontstaan bedroeg in 1982 meer dan 4.000 Nederlandse guldens. Op grond van deze overtreding was het mogelijk de volledige familie Erdoğan aan het einde van datzelfde jaar als ongewenste vreemdelingen over de grens te zetten. Enkele reis Istanboel.
Ietwat verbitterd, maar vol levensenergie stortte Recep zich in de Turkse hoofdstad op de plaatselijke politiek. In 1994 wierp deze inspanning de eerste vruchten af en werd hij met een enorme meerderheid aan stemmen burgemeester van Istanboel. Na in 2003 premier en in 2014 president te zijn geworden van 80 miljoen Turken in eigen land en zo’n 200 miljoen Turken verdeeld over de rest van Europa werd zijn impact op de wereldpolitiek enorm. Ondanks het feit dat hij naast het onderdrukken van Koerden en het veroveren van Lebensraum nauwelijks tijd heeft voor andere leuke dingen, praat hij graag over zijn geboorteland Nederland. Bijvoorbeeld tijdens een toespraak in 2017: “Ze (Nederland) weten niet wat politiek en internationale diplomatie inhouden. Want ze zijn angstig en lafhartig. Ze zijn een overblijfsel van het nazisme, ze zijn fascisten. Zo moet je dat zien.” Een liefdesbetuiging voor het land dat hem kennis en manieren had moeten bijbrengen, maar hopeloos faalde…
Ardy Beld
***