Bijzonder Tijdelijke Voorzitter van het Vlaams Parlement

“Mijn naam is Vandaele, Wilfried Vandaele. Ik ben tijdelijk voorzitter van het Vlaams Parlement. Wilfried is, na jaren gemeenteraadslid en schepen, dan toch eindelijk burgemeester van De Haan geworden en al even lang backbencher van eerst de Volksunie, later de N-VA, in welke hoedanigheid hij al niet te hard mocht kraaien. Ooit provincieraadslid en sinds 2009, op de succesrijke golven van de N-VA, in het Vlaams parlement aangespoeld.

Schoolvoorbeeld dus van een grijze muis en consensusfiguur. Liet zich rollen door de parlementaire poco-bende om Filip De Winter op te volgen, die per abuis en even tijdelijk ook voorzitter van het parlement was, in opvolging van de wel zeer tijdelijke Kris Van Dijck. Meteen wordt de tijdelijkheid van die functie ongewild in de verf gezet. Bleef kabouter Peumans schijnbaar voor eeuwig kleven aan de voorzitters(padden)stoel dan leken zijn opvolgers eerder op een schietstoel te zitten. Vandaele zal wel iets langer blijven knabbelen aan het pluche: grijze muizen hebben doorgaans niet de kracht om het schietstoelmechanisme in gang te zetten. Hij blijft tot dan “onderhandelingsmateriaal” bij de nieuwe Vlaamse regeringsvorming.

Vandaele is van ’59, net 60 dus, geboren in Vlissegem (De Haan) en politiek nog net niet met pensioen, al doen zijn parlementaire escapades dat wel vermoeden. Heeft een paar vragen gesteld over vrije radio’s en omgevingsambtenaren, en zo. Belangrijk was het allemaal niet. Het laatste legislatief werk dateert van 2018 toen hij mee mocht schrijven aan een wijziging van een wijziging van een milieuwet uit 1995. Werd lang geleden beroepshalve een tijd lang voorzitter van het ANC (Algemeen-Nederlands Congres), nadien communicatieverantwoordelijke van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Samen met Peumans geldt hij daarom als het “groene geweten” van zijn partij. En dan weten we wat voor vlees we in de kuip hebben. Zoals ondertussen stokoude en obsolete Mie Vogels ooit met een schort in het federaal parlement stond, gaf hij een bijl aan Joke Schauvliege (CD&V) in het Vlaamse, opdat zij toch eindelijk eens knopen zou doorhakken. Nu kan Schauvliege veel doorhakken, haar eigen carrière nog het eerst, maar knopen? Nee, dat zien we het kind niet direct doen. Kortom: politiek theater en geldingsdrang, zeker; doortastend beleid, niet echt. Al geldt hij bij gelijken als een dossierkenner. Maar daar moet je bij zijn gelijken dan ook niet veel voor kennen …

We zijn nog maar twee alinea’s ver en eigenlijk al uitgepraat over de man … Of toch niet? Laat me denken. Wilfried Vandaele? … Wilfried Vandaele? … Waar kennen we hem nog van? Tuurlijk! Hij was voorzitter van de Interparlementaire Commissie (IPC) van de Nederlandse Taalunie. Op 10 oktober 2015 organiseerde dit IPC het congres “Taal Schept Kansen”. Leading Lady was de onvermijdelijke An De Moor. An De Moor, die in een van haar vorige levens nog typewerk uitprobeerde bij Geert Bourgeois, leidt intussen al een eeuwigheid de schimmige organisatie ‘Vlaanderen-Europa’. Dit vehikel reikt Sporen uit aan verdienstelijke Vlamingen uit de economische en culturele sferen maar laat zelf weinig sporen van verdienste na. Burgemeesters hun stadhuizen doen openzetten voor leuke recepties is dan weer wel iets dat niet iedereen gegeven is…

Enfin, wie er ook bij was? Spietse natuurlijk, dat spreekt! Op zo’n congres wordt er steeds in werkgroepen naar een eindtekst gewerkt, om die tekst dan vervolgens voor immer te laten bekomen in een of andere ministeriële kelder. Tijdens de pauze had ik een bijzonder aangenaam gesprek met de ondervoorzitter van IPC van de Taalunie, Martin Bosma, Nederlander (want het IPC telt Vlaamse en Nederlandse politici) en ideoloog van Wilders. Fijnbesnaard man, intellectueel, overtuigd groot-Nederlander, charmante persoonlijkheid, goede spreker … Om kort te gaan: de negatie van onze Wilfried.

Tijdens dat gesprek, herinner ik me, werden we belaagd door een pokdalig ogend heerschap wiens gelaat liet vermoeden dat achter die tronie veel meer schuil ging dan aan de openheid werd prijsgegeven. Hij stelde zich voor als … Wilfried Vandaele. Of Martin toch wist dat hij na de pauze een werkgroep moest voorzitten? Nee dus. “O, was dat niet meegedeeld?” “Verdorie!” “Maar jij doet dat toch wel even?” Bosma leek koud gepakt. “En wat moet ik dan doen?”, vroeg hij. “Wel, gewoon voorzitten”, antwoordde Wilfried, “en nadien even de conclusies van de werkgroep noteren en de zaal erover laten stemmen”“Maar ik ben niet voorbereid”, probeerde Bosma er nog onderuit te komen. “Maar dat is toch geen probleem”, overtuigde Vandaele de correcte Nederlander, “de conclusies liggen al klaar op jouw bureau!”. “Maar Wilfr…”. Nog voor Bosma z’n zin kon afmaken, was de pokdalige figuur reeds in het volk verdwenen. “Gaat dat hier zo?”, vroeg de Nederlander zich nog retorisch af. Het antwoord op die vraag kende hij ondertussen.

Van mijn afspraak met Bosma om die avond ergens iets te gaan eten, kwam niks in huis. Na de vooraf getypte conclusies aan een totaal overbodige stemming te hebben onderworpen, koos hij het hazenpad naar het net dat streepje fatsoenlijker Nederland. Geef hem eens ongelijk!

Onze tijdelijke voorzitter van het Vlaams parlement bleek andermaal een eeuwige politicus te zijn, zoals we ze al zo lang kennen.

Spietse De Vleeschouwer

***

Hoe kan je zoiets lekkers als ‘tScheldt steunen? Klik hier!