Cultuurkwezels en cultuurbarbaren

Op diverse fora komen meer dan licht debiele ‘semmelaars’ van onder hun steen vandaan om te opperen dat de Notre-Dame “maar een gebouw is”. En in de Franse media duiken communistische vakbondslui op vanuit hun maquis om de van vernielzucht brandende geile hesjes (dat vertederende koosnaampje) belangrijker te vinden “dan die stenen van de kerk”. Tja, wellicht onderscheidt dit type ‘inzichten’ de beschaving van de barbarij. De Duitse cultuurfilosoof Hans Magnus Enzensberger omschreef mensen die wel met een creditcard om kunnen gaan maar geen benul hebben van een culturele canon als ‘secondaire analfabeten’. Akkoord, mochten we bij ‘tScheldt beschikken over 200 miljoen euro om te doneren aan het herstel van het gekwetste monument, dan zouden we dat wellicht anoniem doen en niet prominent voor het oog van de camera. Doch de rijke Franse families die zulke sommen schenken maar meteen brandmerken als omgekeerde egoïsten? Tikkeltje simpel.

Aan de overzijde van de barbaren tref je de cultuurkwezels aan die als puristische wraakengelen iedereen met een verkeerde smaak aan het kruis willen nagelen. Dat kunnen vrij vlot gesubsidieerde theaterlieden zijn die ‘van hunne theater maken’ tot bijvoorbeeld Klara-DJ’s die met vitriool op de lippen oordelen dat Jazz Middelheim zijn jazzwortels heeft uitgerukt. Die betweters kunnen er trouwens flink naast zitten. Denk aan hoe de pilootaflevering van Game of Thrones honend werd neergesabeld als hol amusement voor nerds. Het is van alle tijden: de Vlaamse dichter-priester Guido Gezelle (1830-1899) kreeg, vooruitlopend op de moderne visuele dichters van de 20ste eeuw, zelden goede kritieken. Na zijn dood pas ontving hij de Vijfjaarlijkse Prijs voor Nederlandse Letterkunde.

Guillermo Del Toro, die een Oscar won voor zijn film The Shape of Water, maakte de aparte en sterke reeks The Strain. In die ‘zombie/vampier’-serie worden zichzelf misleidende mensen geconfronteerd met een oeroud Kwaad. Een ouderling die het zowat allemaal heeft meegemaakt zegt op een zeker moment: “Bidden is een daad van nederigheid, van verbinding. Het is een uitreiken naar anderen en naar God. Als we stoppen met bidden verbreken we de verbinding: we geven ons dan over aan arrogantie. Uiteindelijk isoleren we onszelf”. Deze gedachte is voor velen de ware betekenis van waar de Notre-Dame voor staat: verbonden in de geborgenheid van een spirituele gewaarwording die als authentiek waarachtig aanvoelt. Zoals Gezelle in zijn innerlijke beleving van de natuur de hand van God tastbaar maakt. Of je gelooft of niet, de behoefte aan een geordende kosmos is tijdloos. Zo is ook sociale strijd telkens weer noodzakelijk, zij het niet op basis van afgunst. Gewortelde cultuur gedijt op haar beurt slechts in een openheid die de kwezels niet (her)kennen. Beschaving schaaft bij.

Florian Cantor