Er heerst onrust in de wereld van de gehoorcentra. Sommigen noemen het een crisette: anderen een joekel van een crisis. Men vroeg zich al enige tijd af waarom het jobverlies binnen de sector piekte. De verklaring leek aanvankelijk spiritueel getint: halve doven brachten hun hoorapparaat naar de Kringwinkel, weinigen vroegen nog om gehoortesten en enkelingen hadden het over een miraculeus herstel. Kerkelijke verenigingen hadden geen nieuwe wenende Maagd in de aanbieding. Wat was hier toch aan de hand? Universitair onderzoek toont zonder ruimte voor twijfel aan dat er telkens een opstoot van gehoorkwaliteit meetbaar wordt wanneer Meyrem Almaci opstijgt in de ether. De voorzitster van Groen gaat niet louter voor luchtkwaliteit, zoveel is duidelijk. Nieuwsankers raken in de war met links een oortje en rechts slechts één vrije oorschelp voor Meyrems mening. Kijkers met oog voor haar hangende tuinen van Babylon letten wellicht minder op haar stemvolume, maar dat is juist haar meest uitgesproken talent. Zij doet de doven horen: de blinden doen zien zit er niet echt in. Haar gebulder is noodzakelijk om haar zuivere boodschap te verkondigen en is onvermijdelijk gezien haar structuur. De lucht moet er ergens uit, nemen we aan. Het getuigt van bitter weinig smaak om mevrouw Almaci als een Turkse troela neer te zetten. Meyrem is een menselijke krachtcentrale die nimmer zal sluiten. Meyrem is geweldig op het gewelddadige af wat in bepaalde milieus als een weldaad wordt verheerlijkt. Iedereen houdt van Meyrem alhoewel wij persoonlijk dat niemand hebben horen toegeven. Het kan aan ons gehoor liggen. Misschien zappen we te vlug weg.
Pico Bello