Play-offs 

Eind vorige maand kreeg ik om zes uur ’s ochtends bezoek van zes politiemannen en die namen al mijn communicatieapparatuur mee, ook de pc met daarop de tekst voor deze column. Ze waren op zoek naar een perslek.

Het was op aangeven van de baas van de Bijzondere Belastinginspectie maar ik verzeker u, de generaal liet zijn eigen troepen ten onrechte onder vuur nemen. Nu het Brusselse gerecht grondig te werk gaat, moet het op dat elan doorgaan. Naast die klacht over een onmiskenbaar (en laakbaar) lek naar De Tijd liggen er nog enkele dossiers over ‘misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen’. Zo luidt voluit titel IV van boek 2 van het Strafwetboek. Daarin gaat het onder meer over samenspanning van ambtenaren, aanmatiging van macht, misbruik van gezag, illegaal bevel, en tenslotte het onwettig onderscheppen en opnemen van niet voor het publiek toegankelijke communicatie. De wet tilt zwaar aan de aantasting van de openbare orde; de straf kan oplopen tot tien jaar.

Koning Willem I maakte zich ook schuldig aan dat soort wanpraktijken. Ook hij deelde belastingkortingen uit zoals het hem beliefde. In reactie daarop zat het eerste Belgische bewind vol kritische advocaten, columnisten en journalisten. Onze grondwet en onze strafwet dragen daar nog altijd de stempel van: streng tegen wangedrag van de overheid, mild voor de kritische pers. Het recept voor een staatscrisis ligt, net als toen in 1830, bij de willekeur in de rijksfinanciën. Precies een week vóór het verschijnen van deze column mocht ik mijn in beslag genomen pc weer ophalen. Nog net op tijd om mijn kopij in te leveren. Het zijn spannende tijden want in tussentijd ben ik opnieuw een week offline, nu voor een hartoperatie. Ik hoop de gedrukte versie van mijn artikel op 11 mei 2017 in het UZ Brussel te kunnen lezen.

De tekst die al klaarstond vóór de huiszoeking ging over voetbal. De play-offs van het voetbalseizoen lopen op zijn einde, maar er is nog een andere eindronde begonnen. In de bewuste week dat ik in het UZ ben, spelen Westerlo, KV Mechelen, Cercle Brugge en Zulte Waregem een match tegen de BBI. Plaats van het gebeuren: de fiscale rechtbanken van Antwerpen, West-Vlaanderen (Brugge) en Oost-Vlaanderen (Gent). Als u dit leest, zijn de pleidooien normaal al achter de rug. De discussie gaat over roerende voorheffing op tv-rechten. De Jupiler Pro League verkoopt die uitzendrechten en verdeelt de opbrengst onder de topclubs. Voor de clubs is dat een belastbaar inkomen. Onder de vennootschapsbelasting maakt het deel uit van de winst; voor een vereniging zonder winstoogmerk zijn het ‘inkomsten van roerende goederen’. Laat mij eerst nog dit stellen. Het gaat hier niet over fraude, niet eens over ontduiking of misbruik. Het is zo één van die categorieën in het wetboek waar niemand aan denkt. U gelooft het nooit maar er is geen vak voor in de aangifte (van de rechtspersonenbelasting, dat is de aangifte voor verenigingen, overheden en dergelijke). Wie zulke inkomsten heeft, moet er zelf aan denken de voorheffing aan te geven en ook te betalen. En dat waren ze in het voetbal dus zonder uitzondering allemaal vergeten. De inspecteur van Brugge heeft de Vlaamse clubs even herinnerd aan die vergetelheid. De collega van Luik deed hetzelfde met Anderlecht en enkele Waalse clubs. Maar u weet hoe dat gaat als de inspecteur zoiets doet: niemand is daar blij mee. De bedrijfswereld is dat een beetje gewend, maar de voetbalwereld!? Klap op de vuurpijl is dat het tarief van deze belasting sinds 2012 onder twee regeringen viermaal omhoog gegaan is, achtereenvolgens 15, 21, 25, 27 en 30 pct. Toch waren vriend en vijand het eens. De inspecteurs van Brugge en Luik hadden gelijk: het ging om belastbare inkomsten. Daarom verplaatste de discussie zich naar bijzaken, hetzij naar de procedure, hetzij naar de aftrekbare kosten.

De wet voorziet een forfaitaire kostenaftrek van 15 pct. en de mogelijkheid om werkelijke kosten in rekening te brengen als die hoger zijn. Je kan zeggen dat de tv-opnames de clubs geen eurocent extra kosten, want het opnemen wordt door de zenders zelf gedaan. Je kan evengoed volhouden dat het organiseren van voetbalspektakel voor televisie een kostelijke aangelegenheid is, als je de spelerslonen en de kosten van het stadion in rekening brengt. Aanrekenen en toerekenen van kosten, dat is het normale werk van de inspecteur, als het kan in onderling overleg. Ik kwam daar als gewestelijk directeur in eerste instantie niet in tussen. Maar dat was buiten de druk van de sector gerekend. Het is algemeen geweten dat de Voetbalbond uitstekende relaties onderhoudt met de Centrale Administratie van Financiën. Zij gaan samen naar de matchen kijken. Er zijn daar afspraken gemaakt achter de rug van de BBI en daarover is het laatste nog niet gezegd. Het was trouwens niet de eerste keer dat een ontevreden klant van de BBI een gewillig oor vond in Brussel. Wij hebben alle dossiers van de clubs in de administratieve fase willen houden door geen beslissing op te leggen en tijd te laten voor onderhandeling. Dat is gelukt met een aantal clubs waarmee er een akkoord is en waarvan ik de namen niet zal noemen. Dat is niet gelukt met enkele clubs die naar de rechtbank gestapt zijn. Het komt er samengevat op neer dat zij honderd procent kosten willen afgetrokken zien. Opnieuw, het gaat hier niet om het grote geld, maar om het fiscale fatsoen dat de belasting er is voor iedereen. De play-off van die fiscale processen is ingezet. Op 19 april 2017 twitterde advocaat Michel Maus‘Voetbal is oorlog, belastingen ook. Moge de beste lobby winnen’.

Karel Anthonissen, Gewestelijk directeur BBI

*Tot zijn grote verrassing kreeg Karel Anthonissen eind april te horen dat hij dringend een heelkundige bewerking (hart) moest ondergaan. Dat is ondertussen gebeurd en Karel is nu thuis herstellende. Wij wensen hem spoedig en volledig herstel toe.

Dit artikel verscheen ook in het weekblad Trends.

*

Illustratie: Karel Anthonissen

*