Geachte Homo Criticus,
U vraagt mij in ’t Scheldt nr 1275 om uitsluitsel te geven over de bewering van een zekere Verhofstadt in diens recentste politico-strategisch literaire meesterwerk Europe’s Last Chance, n.l. de bewering dat de zwaarste strijd ooit geleverd door het Amerikaanse leger plaatsgreep tijdens het Ardennenoffensief.
Waar? Of niet waar?
Ik kan u daar zeer kort op antwoorden: ‘Ik weet het niet’, maar ik wil u wel uitleggen waarom ik het niet weet: ik was er niet bij betrokken!
Uw vraag roept bij mij wel verre herinneringen op aan mijn legerdienst bij de Belgische Strijdkrachten in Duitsland. De heroïsche veldslagen die daar in die periode geleverd werden hadden over het algemeen een specifiek Belgisch communautair karakter, waarbij slechts cafémeubilair sneuvelde, zij het in aanzienlijke hoeveelheden, met een hausse in de Duitse meubelsector ten gevolge.
Misschien kan dit uitgelegd worden als een vorm van economische collaboratie maar evengoed als een soort ‘collateral damage’, ‘het is maar hoe je het bekijkt’ zeg ik altijd.
Maar met de Slag in de Ardennen, neen, daarmee had ik niets te maken, tenminste toch niet rechtstreeks. Goed, in alle ernst nu (’t Scheldt is een serieus blad!) ik blijf het antwoord schuldig omdat ik dat onderwerp nooit heb bestudeerd, gewoon omdat ik niet die (ik citeer u) ‘onvolprezen specialist inzake oorlogen en veldslagen’ ben.
U bent waarschijnlijk tot die (onjuiste) diagnose gekomen door mijn boeiende artikelenreeks in ’t Scheldt onder de inspirerende hoofding ’14-’18 Anders Bekeken, waarin nochtans geen beschrijvingen van krijgsverrichtingen aan bod komen (vandaar: ‘Anders Bekeken’).
Dergelijke literatuur is doorgaans hoogst eentonig aangezien niets zozeer op een veldslag/slagveld lijkt als een ander veldslag/slagveld: slordig en uitermate onesthetisch.
Daar u mij meedeelt pacifist te zijn (mijn vader was dat ook, en toch heeft hij mij verwekt… het kan altijd fout lopen) wil ik hier alsnog een diepzinnige overweging voorleggen. De verantwoordelijkheid voor de brokken ligt niet bij de militairen maar wèl bij de (meer of minder ‘democratische’) politiekers die de plannen bekokstoven, het licht op groen zetten… en een olifant de porseleinwinkel insturen ter uitvoering van ‘chirurgische ingrepen’.
Soms slagen die politieke strategen er na afloop nog in om een Nobelprijs voor de Vrede in de wacht te slepen (zoals een Kissinger) of om gecanoniseerd te worden ter nagedachtenis voor het nageslacht (zoals een Kennedy).
Daarover ging het mij ook in eerste instantie in mijn reeks over ’14-’18: de geo-politieke intriges en diplomatiek gekonkel vóór en tijdens W.O. I, de machiavellistische schurkenstreken van politiekers zoals die ook op dit ogenblik aan de gang zijn tegen Rusland.
Politiekers van het universele ras de Clinton’s, Junker’s en Verhofstadt’s die vandaag staan te hyperventileren van verlangen om ‘onze jongens’ morgen te zien oprukken – uiteraard in Navo-ver-band – tegen Rusland (voorwaar, Zweden is al begonnen met een mobilisatie via de herinvoering van de militaire dienstplicht, uitdrukkelijk ‘wegens de dreiging uit Rusland’).
Het verlangen om ook ginder de weldaden van de politiek correcte democratie te installeren, genre ‘Arabische Lente’ (afzetgebied voor ‘geradicaliseerde jongeren’).
Ik heb het boek van Verhofstadt niet gelezen, maar ik vermoed dat zijn verwijzing naar het Ardennenoffensief iets te maken heeft met dat verlangen… Het gevaar voor Europa komt uit het oosten (niet het zuiden of het nabije-oosten!) dat alleen kan bedwongen worden door een ijzersterke Navo dank zij de Amerikaanse wapenlobby: ‘Europe’s Last Chance’.
Maar misschien heb ik het helemaal mis, en dat kunt u mij dan vertellen.
Bij al dees hebt u echter nog steeds geen antwoord op uw prangend verzoek om hulp om Verhofstadt’s bewering inzake de ‘The Battle of the Bulge’ liefst onderuit te halen. De heftigheid van militaire slachtpartijen is doorgaans te meten aan de aantallen slachtoffers… cijfers die steeds weer van bron tot bron durven verschillen.
U vermeldt even Vietnam en Irak, een vergelijkende studie zou leerzaam amusement zijn.
Wellicht kunt u hiervoor best te rade gaan op Internet, het informatica-labyrint waarin ik mij niet durf te begeven. Ik hou mij angstvallig bij mijn boekenantiquariaat en het amechtige kreng van een archaïsche tijpmachine (vandaar ook dit laattijdige antwoord) onderwijl de wereld rondom mij in een rotvaart voorbij raast.
Ik neem de trein der traagheid en kijk door het raam, ‘geen stress aan mijn lijf’ denk ik altijd maar… en ‘deadlines’ zijn dodelijk.
Tot slot wou ik u ten stelligste ontraden uw heerlijke wijn ter eventuele penitentie op te offeren aan Het Blauwe Konijn (en/of zijn logebroeder Karel de Geconstipeerde), een fles wijnazijn moge ruimschoots volstaan.
Vava
**
Illustratie: Generaal George S. Patton reikt Brigadegeneraal Anthony McAuliffe een Distinguished Service Cross uit voor zijn heldenmoed en leiderschap tijdens de Slag om de Ardennen (The Battle of the Bulge), 14 januari 1945. McAuliffe, de commandant van de 101e Luchtlandingsdivisie, reageerde met het beroemd geworden “Nuts!” op de Duitse eis tot overgave terwijl hij de stad Bastogne verdedigde.
**
Titel van dit artikel in het ‘tScheldt Archief: Vava aan Homo Criticus – ACTUEEL
**